Aantekeningen |
- De volgende schouten zijn benoemd in Zegveld en Zegvelderbroek:
Inv.nr. 605-7, d.d. 17-02-1537 Willem Ludolph Ricoltsz
Inv.nr. 605-10, d.d. 11-06-1563 Roelof Willemsz
Inv.nr. 605-12, d.d. 07-11-1578 Hendrick Gerritsz
Inv.nr. 605-13, d.d. 07-03-1589 Cornelis Roelofsz neemt over van Neeltgen Jansdr, weduwe van Hendrick Gerritsz
Inv.nr. 605-15, d.d. 04-10-1622 Henrick Cornelisz [van Eijck in 1646]
Inv.nr. 605-19, d.d. 18-12-1646 Geurt van der Nijpoort
Inv.nr. 605-20, d.d. 22-06-1649 Roeloff Hendricksz van Eijck
Inv.nr. 605-21, d.d. 11-01-1650 Hendrick Hendricksz van Eijck
Inv.nr. 605-24, d.d. 10-07-1657 Johan Freser
Bron: HUA, Kapittel van Sint Marie (toegangsnr. 221)
Stukken betreffende het meten van de hennepwerven te Kamerik-Mijzijde en Zegveld, 1556-1625
Heijnrick Cornelisz schoudt tot Segvelt
Bron: HUA, Kapittel van Sint Marie (toegangsnr. 221), inv.nr. 802, d.d. 26-06-1609 (scan 33)
Gerrit Adriaensen Nedersticht geeft te kennen dat Hendrick Hendricksz van Eijck, in zijn leven schout te Zegveld, zijn zwager, is overleden, waardoor het schoutambt vacant is. Hij is geneigd om dit ambt (dat nu ca. 80 jaren door de voorzaten van zijn vrouw is bediend) aan te nemen, omdat hij ertoe gerechtigd is als deel van de erfenis van zijn overleden zwager. Hij biedt dus zijn diensten als schout aan bij de dekenen van het Kapittel van Sint Marie.
Bron: HUA, Kapittel van Sint Marie (toegangsnr. 221), inv.nr. 606, fol. 1, d.d. 1657
---
Jacob Cornelisz, voor zichzelf en als oom en voogd van de kinderen van Wigger Cornelisz en Cornelis Cornelisz, idem Melsen Cornelisz, Leendert Cornelisz en voornoemde Heijndrick Cornelisz Schout, man en voogd van Sijckgen Cornelis, en met procuratie van Jan Florisz, nu in Zweden zijnde, gepasseerd op 06-09-1629 voor notaris Willem van Leeuwen te Woerden, idem Heijndrick Meesz als man en voogd van Geertgen Cornelis, Cors Claesz als man en voogd van Aeffgen Floris, Dirck Doedensz, Cornelis Doedensz, Leendert Doedensz en Jan Doedensz, idem Gijsbert Corsz Backer als man en voogd van Sijchgen Doedens en Gerrit Heijndricxsz als man en voogd van Merrichgen Doedens, samen erfgenamen van Floris Cornelisz, hun overleden vader, grootvader en overgrootvader, transporteren aan Willem Sijmonsz een 3,5 morgen land gelegen in Zegvelderbroek, strekkende van de Broekwetering tot Willem Jansz, belend ten oosten voornoemde Willem Jansz en ten westen Cornelis Jacobsz.
Bron: RHCRL, ORA Zegveld (beh.nr. W180), inv.nr. 2374, aktenr. 14, d.d. 22-05-1630
---
Claes Meesz, Willem Woutersz, Arien Ariensz, getrouwd met Barbara Woutersdr, en Aechgen Woutersdr, geassisteerd door Willem Woutersz, erfgenamen van Marijtgen Woutersdr, overleden huisvrouw van voornoemde Claes Meesz, voor 1/3 deel, Leentgen Meesdr, weduwe van Jacob Huijbertsz, geholpen door haar broer Claes Meesz, mede voor 1/3 deel, Feijts Jansz op de Houff tot de Sluijpwijck als vader van Jan Feijtsz die erfgenaam is van 1/6 deel van voornoemde Heijndrick Meeesz, die getrouwd was met Heijltgen Meesdr, de voornoemde comparanten als erfgenamen van voornoemde Heijltgen Meesdr en dus van haar 1/6 deel, samen voor de helft en de gehele erfenis van Heijndrick Meesz; Jacob Cornelisz, Meltsen Cornelisz en Leendert Cornelisz, ieder voor zichzelf en Heijndrick Cornelisz, schout van Zegveld, als man en voogd van Sitge Cornelisdr, als zus en broers van Geertgen Cornelisdr zaliger, met hun vieren erfgenamen van voornoemde Geertgen Cornelisdr, dragen over aan Jan Ariensz de Jong, oud-schepen van Gouda, de helft van ca. 3 morgen land met een huisje en vogelkooi in het Broekveld, strekkend van de Oudeweg tot Claes Dircksz, belend ten oosten de weduwe van Maerten Ariensz en ten westen Claes Meesz. Belast met een rente van 200 gulden hoofdsom en nog 75 gulden hoofdsom toekomende Marijtgen Gerritsdr; nog 21 stuivers per jaar aan het Oudemannenhuis te Gouda. De koopsom is 549 gulden.
Bron: GA Alphen a/d Rijn, ORA Zwammerdam (toegangsnr. 114.1.02), inv.nr. 19, fol. 188v, d.d. 28-02-1637
[Jacob Huijbertsz moet zijn Jacob Huijgen Hoeck; Heijltgen Meesdr moet zijn Heijltgen Cornelisdr]
---
Andries Willemsz van Honthorst en Matheus Claesz van der Schot, getrouwd met Willempgen Willems van Honthorst, beiden kinderen en erfgenamen van Marijtgen Gerritsdr en dus van Willem Gerritsz, broer van voornoemde Marijtgen Gerritsdr, machtigen Henrick Cornelisz, schout van Zegveld, om in hun naam de erfenis af te handelen.
Bron: ELO, ONA Leiden (toegangsnr. 506), inv.nr. 199, aktenr. 162, d.d. 20-12-1639 (scan 908)
---
Andries Willemsz van Honthorst en Matheus Claesz van der Schot als man en voogd van Willempgen Willemsdr van Honthorst, beiden kinderen en erfgenamen van Merrichgen Gerritsdr, hun moeder, en daarom erfgenamen van Willem Gerritsz, hun oom, in zijn leven wonende te Zegveld, mitsgaders als mede erfgenamen van Merten Willemsz, hun broer en zwager, overleden zonder kinderen. Compareerde Willem Gerritsz van Honthorst voor zichzelf en als erfgenaam van Gerrit Willemsz van Honthorst hoedenmaker, zijn vader, in zijn leven wonende te Leiden, mede erfgenaam van voornoemde Merrichgen Gerrits. Ze machtigen Henrick Cornelisz, schout te Zegveld, om met toestemming van het Hof van Utrecht d.d. 17-12-1639 uit handen van mr. Cornelis de Vianen(?), advocaat van het Hof, te ontvangen het laatste termijn van de aankoopsom van een stuk land te Zegveld.
Bron: ELO, ONA Leiden (toegangsnr. 506), inv.nr. 200, aktenr. 6, d.d. 10-01-1640 (Scan 42)
---
Haesge Barents Twilt, weduwe van Jan Cornelisz de Clercq, mitsgaders Cornelis Jansz Lombertson, man en voogd van Heijltgen Cornelis de Clercq, voor zichzelf en met macht van Cathalijna Cornelis de Clercq, weduwe van Jan Huijb. Swanenburch, samen kinderen en erfgenamen van Janneken Jans, in haar leven brouwster in De Eenhoorn te Woerden, machtigen Heijndrick Cornelisz, schout te Zegveld, om in hun naam te ontvangen van Laurus Dircksz, wonende aan de Meije, 110 gulden aan o.a. landpacht.
Bron: RHCRL, ONA Woerden (beh.nr. W054), inv.nr. 8510, aktenr. 26, d.d. 09-09-1644
---
Gerrit Adriaensz Nedersticht, jongman, toekomende bruidegom, geassisteerd door Adriaen Woutersz Nedersticht, zijn vader, aan de ene, met Claesgen Heijndricks van Eijck, jonge dochter, toekomende bruid, versterkt met Cornelis Heijndricksz van Eijck en Heijndrick Heijndricksz van Eijck, haar broers, aan de andere zijde. Huwelijkscontract. Arien Woutersz Nedersticht geeft zijn zoon mee in het huwelijk een huis en erf, gelegen in Zegveld, belend ten zuiden de moeder van de bruid en ten noorden Jasper Cornelisz kleermaker; nog de helft van 4 morgen land met huis, berg en schuur, gelegen in Zegveld, belend ten zuiden Cornelis Heijndricksz, broer van de bruid, en ten noorden Claes Reijersz; nog een nieuw bed met toebehoren. De bruid brengt mee alle goederen die ze door het overlijden van haar vader Heijndrick Cornelisz van Eijck, in zijn leven schout van Zegveld, is aanbestorven.
Bron: RHCRL, ONA Woerden (beh.nr. W054), inv.nr. 8508, aktenr. 22, d.d. 04-11-1648
---
Cornelis, Heijndrick, Willem en Roeloff Heijndricksz van Eijck, mitsgaders Geertgen Heijndricks van Eijck, weduwe van Dirck Tijsz de Rijck, zonen en dochter van Heijndrick Heijndricksz [= Cornelisz] van Eijck, in zijn leven schout te Zegveld, en Sijchgen Cornelis, beiden overleden, machtigen Gerrit Ariensz Nedersticht, getrouwd met Claesgen Heijndricks, hun zwager, om in hun naam te innen van Maria Gerrits, weduwe van de heer Godert van der Niepoort, in zijn leven ook schout van Zegveld, 318 gld. 8 st. als slot van rekening.
Bron: RHCRL, ONA Woerden (beh.nr. W054), inv.nr. 8510, aktenr. 196, d.d. 14-09-1654
---
Willem Hendricxsz van Eijck, wonende in dit gerecht, mede erfgenaam van Henderick Cornelisz van Eijck, voormalig schout van Zegveld, en Sijchgen Cornelis, gewezen echtelieden, heeft overgedragen, zo bleek uit de kwitantie d.d. 05-06-1654, aan Abrahamus Rodenborch, pastoor te Zegveld, 4 morgen hooiland gelegen te Zegvelderbroek, strekkende van de Slimmenwetering tot de sloot van het weeshuis te Utrecht, belend ten oosten jonkheer Johan van Oostrum en ten westen Bartholomeus Claesz van der Mant. Compareerden ook Cornelis Hendricxsz van Eijck, Hendrick Hendricxsz van Eijck schout en Roeloff Hendricxsz van Eijck, mede erfgenamen van voornoemde Hendrick Cornelisz van Eijck en Sijchgen Cornelis, hun overleden ouders, die verklaren dat Willem Hendricxsz van Eijck, hun broer, bij de scheiding van de boedel van hun ouders voornoemde 4 morgen hooiland is toegevallen en keuren de verkoop goed.
Bron: RHCRL, ORA Zegveld (beh.nr. W180), inv.nr. 2375, aktenr. 152, d.d. 24-12-1654
---
Cornelis Hendricxsz van Eijck, Henderick Hendericxsz van Eijck, schout van Zegveld, mitsgaders Willem Hendricxsz van Eijck en Roeloff Hendricksz van Eijck, allen voor hen zelf, mitsgaders Geertgen Hendericx van Eijck, weduwe van Dirck Mathijsz van Nes, geassisteerd door voornoemde Cornelis Hendricxsz van Eijck, haar broer, Gerrit Adriaensz Nedersticht als man en voogd van Claesgen Hendricx van Eijck, allen erfgenamen van Hendrick Cornelisz van Eijck, in zijn leven schout te Zegveld, en Sijchgen Cornelis, hebben overgedragen, zo bleek volgens de kwitantie d.d. 06-06-1655, aan Staes Jacobsz Schemel bakker een huis en erf, gelegen in het dorp Zegveld, strekkende van de straat tot de sloot, belend ten zuiden voornoemde huidige schout van Zegveld en ten noorden Adriaen Woutersz Nedersticht.
Bron: RHCRL, ORA Zegveld (beh.nr. W180), inv.nr. 2375, aktenr. 168, d.d. 13-06-1655
|