| Aantekeningen | 
NH dopen Waarder:30-11-1692 Marige; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen; Diemerbroek
 01-11-1693 Hagen; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen; Zwartendijk
 26-12-1694 Jan; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen
 08-01-1696 Arij; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen
 01-09-1697 Marige; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen
 15-03-1699 Cornelis; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen
 21-11-1700 Magteltje; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens van Salen
 26-02-1702 Maerten; o. Gerrit Hagense Hogendoorn en Teetje Meertens
 14-10-1703 Pieter; o. Gerrit Hagense en Teetje Meertens
 04-01-1705 Gerrit; o. Gerrit Hagense en Teetje Meertens
 01-09-1706 Cornelis; o. Gerrit Hagens en Teetje Maertens
 30-07-1712 Maghteltje; o. Gerrit Hagens en Teetje Maertens
 
 [Dese Navolgenden nogh gevonden en overbehouden na den oorlogh van den jare 1672: 1673 en 1674, in mijne eerste besoekinge, tegen Paeschdagh in den jare 1675 Thomas Dolegius Rolandus]
 [In 't oosteijnde van Waerder]
 [1687 Tegen Paeschen]
 15. Gerrit Hagense Hogendoorn, j.m.
 [In 't westeijnde van Waerder, en Swartendijk]
 [1697 Tegen Paeschen]
 11. Teetje Meertens van Zalen, vrou van Gerrit Hagens
 Bron: Waarder - Lidmatenboek
 ---
 24-4-1689: Trijntgen Gerrits van den Engh, weduwe, boedelhoudster en enige voogdes ex testamento van haar kinderen, verwekt bij haar overleden man Wilm Cornelisz Loij, transporteert aan Gerrit Hagensz Hogendoorn een hofstede met ca. 18 morgen 528 roeden land in twee partijen gelegen in het Laageinde van Langeweide, de 15 morgen met het huis, berg, schuur en getimmerte is strekkende van de Voorwiericke tot de Achterwiericke, belend ten noorden achter het weeskind van Gerrit Andriesz en voor de kinderen van juffr. Voordij en ten zuiden Daem Jansz Hogenes, de 3 morgen 528 roeden land is strekkende van de Achterwiericke tot de dijk, belend ten zuiden Jacob de Hoogh en ten noorden Vranck Janssen uijt Holl.
 Bron: RHCRL, ora Lange Ruige Weide 1, aktenr. 184 (FS scan 316/374).
 ---
 Fol 19 23-9-1692 Coram NICOLAAS van der HOFSTEDE, Schout, TYS WOERDENS en GERRIT LAMBERTS GROENENDIJK, Schepenen comp KORNELIS WILLEMS van der KROEG,meerderjarig en KORS KORNSS van der KROEG als voogt over EMMETJE WILLEMSZ van der KROEG en JAN WILLEMS van der KROEG, alle nagelaten kinderen van WILLEM KORN van der KROEG verwekt bij ANNETJE PIETERS van VLIET, mede comparerende voor de eene helfte en GERRIT FLOREN OUDENES voor de wederhelfte eijgenaars van het nagenoemde stukje land. Zij verkopenaan GERRIT HAGENS HOOGENDOORN derdhalf mergen lands gelegen in het Westeijnde van Waarder, belending zie vorige akte. Prijs 284 gld is voldaan.
 Fol 33 26-11-1694 Comp GERRIT HAGENS HOOGENDOORN te Waarder en RUIJSCH LOOY gehuwd met MAGTELD HAGENS HOOGENDOORN en verkopen aan KORNELIS HAGENS HOOGENDOORN haren broeder en zwager resp. mede wonend op het Oosteijnde van Waarder 2 derdeparten in 2weren lands samen 6 en een halff mergen, waarvan het ander derde part de acceptant behoort. Bel. ten N[oorden] GERRIT JANSEN HOOGENDOORN en ten Z[uiden] de Graaflijkheid. Prijs 1083 gld en 6 stv is voldaan.
 Fol 34 26-11-1694 Comp DIRK ZWARTENDIJK , Oudt Kameraar vant Groot Waterschap Woerden en verkoopt aan GERRIT HAGENSZ HOOGENDOORN een hofstede met huijs en 2 bergen en 25 m land op het Westeijnde van Waarder, waar de koper al enige tijd op woont. (...) Het land is normaal belast. De prijs 3400 gld is betaald met 1300 gld contant en een custingbrief van 2100 gld.
 Fol 35 26-11-1694 Schuldbekentenis van GERRIT HAGENSZ HOOGENDOORN Zie vorige akte. De rente op de custingbrief bedraagt 3,5%.
 Bron: Reeuwijkse bronnen deel 8, Waarder Rechterlijk archief 1692-1712
 ---
 8-3-1702: Ruijsch Cornelissen Looij, weduwnaar van Machteltje Hagens Hoogendoorn, wonende in het Oosteinde van Waarder, aan de ene, en Gerrit en Cornelis Hagensse Hoogendoorn, wonende in het West- en Oosteinde van Waarder, aan de andere zijde. Ruijsch Cornelissen Looij en zijn vrouw hadden vier kinderen gekregen met namen Cornelis, Jan, Marrichjen en Aeltjen Ruijschen Looij. De kinderen waren de erfgenamen van hun moeder, met hun vader als voogd. Dit volgens het testament van 29-1-1683. Nu kwam hij met de laatste twee comparanten, ooms maternel van de kinderen, tot een boedelscheiding. De vader houdt alle goederen in de boedel. Hij koopt de kinderen uit voor 250 gulden per kind.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8564, aktenr. 35 (scan 152/219).
 
 20-4-1706: Deliaantje Cornelis, weduwe van Cornelis Hagensz Hogendoorn, wonende in het Oosteinde van Waarder, uit kracht van een akte op 4-3-1692 gepasseerd bij notaris Willem Costerus te Woerden, benoemd tot mede-voogd van minderjarige kinderen Gerrit Hagensz Hogendoorn, broer van haar overleden man. Hij zal ook voogd zijn van haar minderjarige erfgenamen, met haar twee broers Willem en Arien Cornelisz. Uitsluiting van het gerecht en de weeskamer.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8579, aktenr. 16 (scan 48/109).
 
 23-5-1710: Gerrit Hagensz Hoogendoorn, wonende in het Westeinde van Waarder, is schuldig aan Kornelis Barentsz Berkouwer, wonende te Nieuwerkerk aan den IJssel, 2.100 gulden met 3,5% rente aan geleend geld. Als onderpand geldt zijn hofstede van 25 morgen gelegen in het Westeinde van Waarder, waarvan 22 morgen met het huis is strekkende van de Waarderwetering tot de Ruigeweidse landscheiding, belend ten oosten Kornelis Pols c.s. en ten westen de weduwe van Wouter Barentsz Groenendijk, de andere 3 morgen is strekkende van de Westeinder wetering tot Jan Gerritsz Boer, belend ten oosten voornoemde Pols en ten westen voornoemde weduwe van Wouter Barentsz; nog 2,5 morgen land in het Westeinde van Waarder, strekkende van de Westeinder wetering tot de Langeweidse landscheiding, belend ten wederzijden de heer Wittert te Rotterdam.
 9-5-1721: De erfgenamen en kinderen van Cornelis Barentsz Berkauwer hebben de 2.100 gulden ontvangen.
 Bron: RHCRL, ora Waarder 15, fol. 154 (FS scan 496/700).
 
 31-1-1718: Leendert Jelisz Bosman, weduwnaar van Deliaantje Cornelis, wonende in het Oosteinde van Waarder, aan de ene, en Gerrit Hagensz Hogendoorn als voogd van de minderjarige kinderen van voornoemde Deliaantje Cornelis, verwekt bij zijn broer Cornelis Hagensz Hoogendoorn, volgens de akte gepasseerd op 20-4-1706 bij deze notaris en getuigen, met Matthijs Jansz Fokkert, getrouwd met Marrigje Cornelis Hoogendoorn, meerderjarige dochter van Cornelis Hagensz Hoogendoorn en Deliaantje Cornelis, aan de andere zijde, ook met Willem en Arien Cornelisz als voogden van de minderjarige kinderen van Deliaantje Cornelis, verwekt bij Cornelis Hogendoorn en bij Leendert Jelisz Bosman, volgens dezelfde akte. De erfenis was belast met ca. 2.700 gulden, waarvan nog maar 300 gulden was afgelost. Deliaantje Cornelis had haar minderjarige kinderen uitgekocht voor 1.820 gulden (volgens de akte van 23-10-1707 gepasseerd bij notaris Gerrit Pijper en getuigen te Gouda). Bij haar huwelijk met Leendert Jelisz Bosman was er g
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8591, aktenr. 7 (scan 26/244).
 
 Gerrit Hagensz Hogendoorn is scheid- en deelvoogd van de kinderen van Cornelis Pietersz Bergshoef.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8626, aktenr. 17/24, d.d. 01-07-1722/23-10-1722.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8628, aktenr. 36, d.d. 27-12-1726.
 
 10-1-1727: Jan Gerritsz Hoogendoorn, meerderjarige jongman, tegenwoordig wonende te Kamerik, aanstaande bruidegom, geassisteerd door zijn vader Gerrit Hagensz Hoogendoorn, wonende te Waarder, aan de ene, en Johanna Hendriks Saal, meerderjarige jonge dochter, aanstaande bruid, geassisteerd door haar moeder Baartje Jans Versloot, weduwe van Hendrik Jacobsz Saal, mede wonende te Kamerik, en haar zwager Jan Jansz Uijthol, wonende te Zegveld, aan de andere zijde, gaan trouwen. De bruidegom brengt 300 gulden en zijn kleding in. De bruid brengt 500 gulden en haar kleding in.
 Bron: RHCRL, ona Montfoort 1453, fol. 478 (scan 528/614).
 
 14-10-1737: Teetje Maartens van Saalen, weduwe van Gerrit Hagensz Hoogendoorn, wonende te Waarder, aan de ene, en Hagen Gerritsz Hoogendoorn, wonende ook te Waarder, Jan Gerritsz Hoogendoorn, wonende te Kamerik, met Arien Gerritsz Hoogendoorn en Cornelis Gerritsz Hoogendoorn, beiden wonende te Langeweide, en Maarten Gerritsz Hoogendoorn, Pieter Gerritsz Hoogendoorn en Gerrit Gerritsz Hoogendoorn, ook wonende te Waarder, en nog Cornelis Gerritsz Hoogendoorn, wonende te Bodegraven, en als laatste Jan Jansz Boer, getrouwd met Marrigje Gerrits Hoogendoorn, wonende te Bodegraven, meerderjarige kinderen van de eerste comparant, aan de andere zijde. Uitkoop. De eerste comparant houdt alle goederen in de boedel en keert aan haar kinderen 4.500 gulden uit. Na het overlijden van hun moeder, zal de boedelscheiding geregeld worden naar de wens van de meerderheid. De overige kinderen zullen zich hierin moeten schikken.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8610, aktenr. 56 (scan 168/253).
 
 30-3-1743: Teetje Maartens van Saalen, weduwe van Gerrit Hagensz Hoogendoorn, wonende te Waarder, benoemt tot voogden van haar minderjarige erfgenamen haar zonen Maarten en Gerrit Gerritsz Hoogendoorn. Uitsluiting van het gerecht en de weeskamer.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8616, aktenr. 11 (scan 35/80).
 
 28-4-1753: Maarten Gerritsz Hogendoorn en Gerrit Gerritsz Hogendoorn, beiden wonende te Waarder, waren door hun moeder in haar testament van 30-5-1752, gepasseerd bij deze notaris en getuigen, gesteld tot voogden van haar minderjarige erfgenamen. Hun moeder is inmiddels overleden. Ze stellen tot scheid- en deelvoogden aan Cornelis Gerritsz Groenendijk, wonende te Waarder, en Hendrik de Jong, wonende te Zegveld.
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8650, aktenr. 22 (scan 95/275).
 
 9-7-1753: Arien Gerritsz Hogendoorn, Maarten Gerritsz Hoogendoorn, Pieter Gerritsz Hogendoorn en Gerrit Gerritsz Hogendoorn, allen wonende te Waarder, en Baartje Jans Hogendoorn, meerderjarige nagelaten dochter van Jan Gerritsz Hogendoorn, wonende te Zegveld, samen zonen en kleinkind en dus erfgenamen van Teetje Maartens van Saalen, weduwe van Gerrit Hagensz Hogendoorn, met Cornelis Gerritsz Groenendijk, wonende te Waarder, en Hendrik de Jong, wonende te Zegveld, als scheid- of deelvoogden. Verwijzing naar een testament van 30-5-1752, gepasseerd bij deze notaris. De erfgenamen zijn de vier eerste comparanten en haar innocente zoon Hagen Gerritsz Hogendoorn, ieder voor een achtste deel, de twee kinderen van haar overleden zoon Jan Gerritsz Hogendoorn, de vijfde comparant en haar minderjarige broer Hendrik Jansz Hogendoorn, voor een achtste deel, de vijf minderjarige kinderen van haar overleden zoon Cornelis Gerritsz Hogendoorn de oude, met namen Teetje, Bouwen, Gerrit, Marrigje en Aaltje, voor een acht
 Bron: RHCRL, ona Woerden 8650, aktenr. 26 (scan 160/275).
 |