- In het haar negentienhonderd vijf den achttienden der maand mei, zijn voor Ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Oudshoorn, in het huis der gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan Johannes van der Leede, oud zevenentwintig jaren, van beroep werkman, geboren en wonende te Oudshoorn, meerderjarige zoon van Jan van der Leede, overleden en van Lena Koelewijn, zonder beroep, wonende te Oudshoorn en Willempje van der Meer, oud twintig jaren, van beroep zonder, geboren en wonende te Ede, minderjarige dochter van Jacob Sijtzes van der Meer, timmerman en van Elizabeth Mekking, zonder beroep, wonende beiden te Ede. De moeder van comparant en de ouders van comparante alhier tegenwoordig verklaren ons hunne toestemming tot dit huwelijk te verleenen.
Daar geene beletselen tegen de voltrekking van dit huwelijk ter Onzer kennis zijn gebracht en de afkondigingen in deze gemeente alsmede te Ede op zondagen en zevenden en veertienden Mei dezes jaars zonder stuiting zijn afgeloopen, hebben Wij de Comparanten in het openbaar afgevraagd, of zij elkander aannemen tot Echtgenooten en getrouw de plichten zullen vervullen, die door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden. Nadat deze vragen door beiden toestemmend beantwoord zijn, is door Ons in naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkaar zijn verbonden.
Waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Gerrit van Eijk, oud zeventig jaren, van beroep werkman, wonende te Oudshoorn; Cornelis van der Leede, oud dertig jaren, van beroep werkman, wonende te Oudshoorn; Gerrit Jan van de Meent, oud zevenentwintig jaren, van beroep werkman, wonende te Oudshoorn; Leendert Buner, oud zesenvijftig jaren, van beroep veldwachter, wonende te Oudshoorn, zijnde de eerste getuige stiefvader, de tweede getuige broeder van de comparant, de derde getuige zwager van de comparante, de vierde getuige geen bloed of aanverwant van partijen.
Na voorlezing is deze akte door Ons onderteekend.
|